Monday, July 22, 2019

Laatste avond

Het is alweer de laatste avond hier op Faial. De storm die raasde over het eiland in de afgelopen dagen, is inmiddels gaan liggen. Aan het einde van deze ochtend om precies te zijn. We kunnen daarom weer op de veranda zitten van ons huurhuisje, bij uitstek de mooiste plaats op dit erf. De lucht is zacht en af en toe koel, z'on 23 graden. En een beduidend  minder hoge luchtvochtigheid nu dan in de afgelopen twee dagen. Dat maakt het erg aangenaam buiten. Ik heb zelfs nog gewoon een T-shirt aan op dit moment (17:00 uur), in plaats van mijn dunne truitje dat ik hier in de eerste paar dagen steeds aanhad. Kijken hoe lang ik dat vol ga houden (bleek tot.....19:30 uur).
Met weer een majestueus uitzicht zoals iedere dag: op de vulkaan Pico -bedekt in een wolk met alleen de top die boven de wolk uitsteekt- en op de azuurblauwe oceaan met daarop af en toe een zeilbootje, heel in de verte. Aan de kustlijn van het tegenoverliggende eiland Pico, waar ook de gelijknamige vulkaan op staat, zie ik de golven tegen de rotskust opspatten. De golven zorgen voor een witte kleur, heel in de verte, in een enorme zee van blauw. Er is een witte lijn te spotten, waardoor je precies de kustlijn van het eiland Pico kunt herkennen. Ik schat in dat het z'on 20 kilometer vanaf deze plek verwijderd is, die brandingslijn.
De rust en stilte hier is moeilijk te beschrijven. We merken dat we iedere minuut die we kunnen benutten hier, buiten willen zitten. Ook op Sicilie was dat het geval, waar we een vergelijkbaar afgelegen huisje hadden gehuurd, boven op een heuvel. Daar ontbrak de uitzicht op de zee (en de vulkaan) en ook het weer was er niet zo aangenaam als hier, omdat we er midden in de winter waren (december/januari). Desondanks werden we ook daar zeer relaxed van die rust en stilte. Doet ons denken (en ons idee bevestigen) dat we moeten (blijven) proberen om ooit rustiger te gaan wonen. Faial zou qua locatie en rust een ideale plaats zijn. Wel wat ver vliegen, op 5 uur afstand vanaf Nederland. Klein nadeel dus, al ligt het maar op een kwart van de reisafstand naar Australie. Easy peasy eigenlijk. We zullen sowieso, zo vaak als we kunnen, een 'afgelegen' huisje moeten huren als die mogelijkheid ervoor maar enigszins bestaat. In Lissabon bijvoorbeeld, waar we een paar dagen geleden waren, was zoiets (afgelegens) huren natuurlijk compleet onmogelijk. Zorgvuldig onze bestemmingen kiezen dus, in de toekomst. Ik denk dat Oost-Europa ook veel mogelijkheden biedt op dat vlak.



Sunday, July 21, 2019

Een dag op Faial

Vanmorgen zitten we niet op ons terras, uitkijkend over de zee. De zee is vandaag erg wild, en zo ook de wind die hier nu langs de berghelling van ons huisje raast. Schijnbaar wordt in de Azoren het weer gemaakt, dat lijkt vandaag zeker het geval. Ik denk dat dat gezegde (in nederland) is ontstaan doordat er vaak in de atlantische oceaan (rondom de Azoren) bepaalde lagedruk gebieden ontwikkelen, die met zuidwesterwind steevast naar Nederland komen drijven vanaf de Azoren. Het kan dus goed zijn dat de wind en regen die we hier nu hebben, over twee of drie dagen in Nederland is. Aan de andere kant hoorden we het bericht via internet dat het volgende week in Nederland juist heel warm gaat worden. Dat maak deze voorspelling dan onjuist. Maar..... misschien doet een het ontwikkeld lage drukngebied er minimaal een week over om nederland te bereiken, dat zou nog kunnen.
Genoeg over het weer en over nederland. Dat gaat ten koste van de omschrijvingen van dit geweldige bloemeneiland. Aan de ene kant lijkt het hier op Ierland, met de overgroene akkers en velden. Het is hier zeker groener dan in Nederland; heel veel weilanden, bomen en akkers. Waar je in Ierland over smalle weggetjes rijdt - dwars door die weilanden en akkers-  met aan beide kanten van de smalle weg een halfhoge muur van steen, zijn die muurtjes hier vervangen door blauwe hortensiahagen. Over het hele eiland een overvloed aan bloeiende hortensias, meestal blauw, soms de roze (of witte?) variant. Ook langs de weggetjes (naar het lijkt) zorgvuldig geplante feloranje kleinere bloemen, zonder de bijbehorende struiken van de hotensias. Het meest opvallend aan de begroeiing vind ik hier de pijnbomen. Zeker de helft van de bomen hier lijken pijnbomen te zijn, met opmerkelijk minder loofbomen dan in Nederland Omdat deze pijnboomsoorten voor mij ongebruikelijk soorten zijn, weet ik geen enkele soortnaam te noemen. Met uitzondering van de 'Norfolk' pine die ook in Australie veel voorkomt. Eigenlijk kan ik alleen de gebieden noemen waar we soortgelijke pijnbomen hebben gezien; op de pacific islands en op Nieuw zeeland. Daar hoort scandinavie (vol met pijnbomen) zeker niet bij. De soorten pijnbomen hier, zijn geheel andere soorten dan die in scandinavie groeien. Allereerst veel groenen en daarnaast veel voller. Nou is het wel zo dat volgens mij (vanwege het gunstige klimaat) alle bomen hier er heel gezond en vol uitzien, dus ook de loofbomen. Stop hier een zaadje in de grond en het zal binnen de kortste tijd volop staan te bloeien. De omstandigheden hiervoor zijn gunstig. Natuurlijk het zachte weer met veel neerslag, maar ook de vruchtbare rood/ zwarte vulkaangrond op Faial, zal daar zeker aan bijdragen, door zijn/haar gunstige samenstelling van elementen.

Naast de overweldigende natuur hier op Faial- met de prachtig blauwe zee, de stranden, de bloemen en een overvloed aan groen- vind ik de portugese cultuur ook indrukwekkend op Faial. Minder intensief dan op het vaste land van portugal, vanwege het afgezonderde eilandleven, maar toch volop aanwezig. Zo is Hawai niet echt USA, en de Falkland niet echt Brits (fout voorbeeld .......ik had Argentinie in mijn hoofd in eerste instantie), Martinique niet echt Frans en natuurlijk Aruba niet echt Nederlands is. Toch krijg je op al deze koloniale gebieden een flinke scheut mee van de van oudsher overheersende cultuur. In dit geval, op de Azoren, van de portugese cultuur. Veelal door de gebouwen, bujvoorbeeld de specifieke portugese kerken die je hier overal bovenuit ziet preiken, op een soort terras. Altijd even sierlijk en in het wit. Maar ook door de andere koloniale vestigingen (en landhuizen), die ik pas herken als zijnde portugees als ik ze zie. Ik zou dus niet actief de verschillen in bouwstijl kunnen noemen van deze gebouwen hier met bijvoorbeeld de spaanse koloniale bouwstijl. Maar, op het moment dat ik een bouwwerk (stadhuis, kerk of landhuis) zie, dan weet ik meteen dat deze een portugese bouwstijl heeft. Passieve kennis dus. Opgeslagen in mijn onderbewustzijn. Wat intuitiever dus eigenlijk, niet zo expliciet.
Naast de bouwstijl is ook zeer aantrekkelijk van dit eiland, de suffe en ingeslapen sfeer. Eilandtempo en alles behalve efficient. Wat word ik hier weer met de neus op de feiten gedrukt van hoe ziekelijk geobsedeerd wij noorderlingen zijn met efficientie, en ....economisch gewin. Plaatsen zoals Horta zijn -voor mij- nu juist zo aantrekkelijk door de afwezigheid van deze (doorgeslagen), verheerlijking van 'noordelijke' waarden (en normen).

Aan het einde van deze dag zitten we nog steeds niet op de veranda. Een wat ongebruikelijke dag om die reden. Het is alleen maar harder gaan stormen gedurende de avond. Voor komende nacht zelfs onweersbuien voorspeld. De wind giert nu langs ons huisje. Dit weer doet aan dit eiland niets meer af. Daarvan zijn de indrukken gedurende vandaag alleen nog maar beter geworden. Naast een prachtige natuur en een relaxte cultuur hebben we nu ook vastgesteld dat het eten er excellent is. Vanmiddag hebben we ter gelegenheid van lucienne's verjaardag het ongetwijfeld beste visrestaurant op het eiland bezocht. De eigenaar ervan is twee keer solo rond de wereld gezeild maar dat is zeker niet het meest bijzondere. Dat was in mijn geval de tuna steak ik had besteld, met sojasaus en sesamzaadjes. De beste tonijn die ik ooit heb gegegeten. Misschien ook wel de beste vis maar in dat geval wordt het een strijd met de red schnapper (uit costa rica in 2001) en natuurlijk met sommige in australie genuttigde vissen, of met de gerookte zalm in noorwegen. Voor deze prijs durf ik WEL te zeggen dat het de beste prijs/ kwaliteitsverhouding was voor een vis. De azoren dus toch weer een stukje hoger op de ladder gestegen dan vanmorgen. Gelukkig kan ik hier als verbeterpunt het volgende nog meegeven; een verlaging van humidity level van de huidige 90 procent, naar veel lager dan dat. Maar, eerlijk is eerlijk, het feit dat het hier niet vaak boven de 25 graden wordt maakt ook dat feit eigenlijk heel draaglijk.

Thursday, July 18, 2019

Horta, Azores

Gisteravond landden we precies om 20:00 uur- lokale tijd- op het vliegveld van Horta, op Faial eiland (Azoren). Een uur vroeger dan het op dat moment was op ons vertrekpunt Lissabon. De vlucht van een paar uur (hangend boven de Atlantische oceaan) verliep rustig. Wij waren na een vertraging van 28 uur al lang blij dat we deze kant op vlogen, ongeacht hoe. Faial, een rustig eiland. Kleine luchthaven, heel klein (formaatje Nukualofa, Tonga). Alle passengiers op onze vlucht bleken vertraagde reizigers. De meeste medereizigers herkenden we omdat we in hetzelfde (gratis) hotel hadden overnacht, een uur ten noorden van Lissabon. Met een luxe golfbaan en temidden van wijnranken. Het was eigenlijk wel OK daar, zeker na een halve fles Vinho Verde bij aankomst. Dus de lange vertraging en het lange wachten op het vliegveld en in de bus, was alweer snel weer vergeten.
Maar nu ik dit opschrijf ben ik wel blij dat we het toch nog gehaald hebben tot aan Faial. We hadden er al rekening meegehouden namelijk, dat het niet meer zou lukken om hier te geraken en we zouden daarmee minimaal 1000 Euro aan vooruitbetaalde boekingen (autohuur en airbnb) zijn misgelopen. Al hadden we het financiele deel daarbij al snel gerelativeerd. Het vaste land van Portugal (en Spanje) had ook uitkomst geboden in dat geval, zeker omdat het zo daar ook heel mooi (en goedkoop) is. Een goed alternatief dus, leek ons.
De Azoren daarentegen zijn veel avontuurlijker. Zonder twijfel. Ergens midden in de Atlatische oceaan, ongeveer halverwege richting Noord-Amerika, zitten we nu op de helling van een heuvel vanaf onze tijdelijk gehuurde veranda (airbnb) over de zee te staren. Kleine bootjes varen af en aan naar het hiertegenoverliggende eiland, Pico, waar we een mooi en helder uitzicht op hebben. Helaas is de enorme vulkaan op Pico momenteel geheel bedekt met wolken, maar ik ben ervan overtuigd dat we hierop in de komende dagen nog een blik zullen kunnen gaan werpen. Zeer spectaculair al vanuit het vliegtuigraam. Ik schat in z'on twee a drie duizend meter hoog. Althans, ik vergelijk deze vulkaan met de Etna op Sicilie, die volgens mij die hoogte heeft. Wel veel rustiger allemaal hier dan op Sicilie. Niet te vergelijken natuurlijk. Hier is het een en al natuurpark om de vulkaan heen (tientallen kilometers) bedekt in het donkergroen. Tropisch groen. En toch is het hier op dit eiland nu hooguit 25 graden celsius. Veel koeler dan in de tropen maar erg aangenaam.

Omdat de aankomst en tijdstip op dit eiland geheel onverwacht was, was het maar de vraag of het autoverhuurbedrijf nog open was toen wij (later in de avond) arriveerden.  Gelukkig was dat het geval, de vriendelijke mensen van het autoverhuurbedrijf stonden nog op ons te wachten, na maar liefst 28 uur vertraging. Dat voelde voor mij echt als een hele opluchting. Niet alle passagiers waardeerden dit echter. Veel reizigers voor ons in de rij van de autoverhuur waren chagarijnig vanwege de lange vertraging, en, reageerden dit af op de mensen van het autoverhuurbedrijf, Ilha Verde. Fransen in dit geval met een naar mijn mening wat autistische inslag. Ik verdenk haar ervan dat ze al in de war zou zijn geraakt van slechts een uur vertraging. Al haar vakantieplannen daarom nu volledig in de war. Gelukkig bleef de dame van het autoverhuurbedrijf kalm en gaf geen kick. Snel had de francaise door en dat er (door niemand) einige vorm van empatie te behalen was, en ze kalmeerde daarom relatief snel. Tot vol genoegen overigens van haar man die naast haar stond en probeerde haar te kalmeren. Het ging haar om geld geloof ik, al snapte ik niet helemaal precies wat ze probeerde te bereiken. Ik was de daaropvolgende klant en probeerde nu uit alle macht over te brengen dat ze met mij niet hetzelfde (ontevreden) vlees in de kuip hadden. Gelukt denk ik want ik had zelfs het idee dat ze moesten lachen om mijn grapjes,.... dat gebeurt niet vaak, maar nu schijnbaar op het juiste moment. Daarnaast heb ik een paar keer hardop uitgekraamt dat IK erg blij was dat ze nog open waren gebleven speciaal voor ons, en dat ze na een vertraging van 28 uur ook onze auto nog voor ons hadden vastgehouden.
Daarna, als een speer de auto in omdat de schermer aan het invallen was. Met onze Google maps (op mobiel) op zoek naar onze airbnb dat wat meer in de binnenlanden van het eiland Faial ligt. Het eiland is niet groot, dus langer dan een half uur kun je hier niet rondrijden zonder weer op dezelfde plek uit te komen. Toch bleek het moeilijk om het huisje te vinden. De locatie op google maps (dat automatisch door airbnb is weergegeven, zelfs inclusief coordinaten) bleek niet te kloppen. Gelukkig nam de eigenaar de telefoon op toen we belden, ondanks het feit dat ze zich op dat moment met een groep hikers bevond op een ander eiland van de azores, san Jorge geloof ik. Zonder haar aanwijzingen (per telefoon) waren we zeker niet aangekomen bij het huisje. Net voordat het pikdonker was. Dat we er op enig moment bij het plannen, ooit aan hebben gedacht om misschien zelfs wel zonder auto te kunnen doen op dit eiland, bleek (achteraf) volstrekt onzinnig. Om 23:30 uur, lokale tijd, zijn we in slaap gevallen, volkomen uitgeput. Dat energie-niveau is vandaag (nu 15:25 uur) weer volledig hersteld doordat we de hele dag bij het huisje hebben kunnen nietsnutten, met uitzondering van een korte rit naar de supermarkt vanmorgen. Geen annuleringen van vluchten, vertragingen, overvolle vliegvelden (etc. etc.) vandaag. Wel veel thee (cha preto) en portugese specialiteiten (soort choriso en chocoladekoekjes). NIK

Friday, October 12, 2018

Taipei -> Beijing

Gisteren zijn we van Taipei naar Beijing gereisd. Van binnenstad naar binnenstad een tocht van 11 uur in totaal. Op de kaart maar een klein stukje eigenlijk (relatief bekeken) dus ik had me niet echt op z'on lange tocht ingesteld. Vooral de metro's pakken in beide steden bleek een hele tocht, zeker anderhalf uur reizen in iedere stad. We hebben door de metrogangen, op stations en op de beide luchthavens zeker z'on 5 kilometer (in totaal) gelopen. Meestal met volbepakte rugzak op. Gelukkig hadden we net 5 kilo bagage naar huis gestuurd vanaf Taipei. Dat scheelde dus flink wat gezeul.
Tijdens de metrorit in Taipei de eerste aggresieve Taiwanees ontmoet (in een periode van 12 dagen). Een vreemde ervaring eigenlijk temidden van al die behulpzame en vriendelijke mensen in Taiwan. Eigenlijk zo vreemd dat ik er absoluut niet op was ingesteld en dus anders reageerde dan wanneer ik beter op mijn hoede ben voor asociaal gedrag. Veel stennis leidt altijd tot onverwachte vertraging en dat kun je absoluut niet gebruiken op een reisdag. Achteraf gezien zijn we er dus goed vanaf gekomen bedenk ik nu.
De laatste avond in Taipei waren we nog door een local (eigenaar van een autogarage?) zeker 7 kilometer dwars door de binnenstad naar ons hotel gereden, en dat alleen omdat we hem vroegen waar het dichtsbijzijnde metrostation was.  Het lukt ons niet om in het chinees ook maar 'iets' uit te leggen en het lukte hem niet om iets uit te leggen in het Engels. De communicatie bleef dus bij gebaren. Misschien dat dat feit hem 'dwong' tot deze overdadige daad van vriendelijkheid. Toen we instapte in zijn auto dachten we dat hij ons naar het dichtsbijzijnde metrostation (hooguit een paar straten verder) zou brengen, maar al snel hadden we door dat hij van plan was ons helemaal naar het Taipei 101 gebouw (voor ons een goed duidelijk te maken en iconisch markatiepunt in Taipei) aan het rijden was. Maar dan nog; hoe maak je tijdens de rit duidelijk in het chinees dat het jouw bedoeling was om bij het eerste metrostation afgezet te worden? Oftewel, onbegonnen werk dat alleen maar tot meer onduidelijkheid leidt en dus hebben we onze deze gueste gewoon laten bekommen (to overcome). We voelde ons wel wat schuldig en boden hem daarom aan het einde van de rit het geld aan dat we anders voor een taxi zouden hebben betaald. Maar.... daar moest hij echt niets van weten en maakte dat duidelijk door wel 5 keer achter elkaar 'bye, bye' te zeggen. Waarschijnlijk het enige woord Engels dat hij sprak. Gelukkig konden wij dat beantwoorden met onze enige woorden Chinees: Xie, Xie (bedankt) dat we dan ook minimaal 5 maal naar hem hebben geroepen toen ie weer wegreed. Ik heb het idee dat zijn beslotenheid op dit punt iets te maken had met een Taoistisch principe van behulpzaamheid/ wederkerigheid, maar daar heb ik me nog te weinig in verdiept om dat met enige zekerheid te kunnen stellen. Kortom, dit soort ervaringen bepalen zeer de indruk die je krijgt van de locale bewoners van Taiwan/ Taipei. Ofwel, uitermate positief. Het gaat dan vanzelf dat je je er erg op je gemak voelt en dat je je evt. 'safety-guards' wat laat vieren. Bij aankomst in Beijing merkte we dat we ons weer wat moesten aanpassen aan de nieuwe situatie, zoals bij aankomst in iedere andere wereldstad overigens. We hadden de pech dat we midden in de vrijdagavondspit de metro moesten pakken vanaf het vliegveld naar ons hotel, in de binnenstad. Wat mij direct opviel ten opzichte van Taipei is dat het in Beijing veel meer dringen geblazen leek te zijn. Rustig op je beurt wachten wordt hier misschien gezien als een compleet onzinnige bezigheid (of als een zwakte zelfs?). Ik moet zeggen dat ik die indruk in Nederland ook steeds meer begin te krijgen, dus misschien is dit gedrag een onderdeel van een globale trend. Leven de 'globalisation' van de wereld zou ik zeggen. Ik vrees dat ik, ook op dit vlak, gewoon een ouderwetse 'ouw lul' zal blijven. Veel meer kan ik er nog niet over melden over Beijing, we gaan dus spoedig weer op ontdekkingstocht. Ik weet zeker dat we ons snel aan de nieuwe omstandigheden zullen aanpassen. Lucienne wat sneller dan ik, zoals gebruikelijk.

To be continued.

Nik

Saturday, October 06, 2018

Taipei

Vaak willen mensen (toeristen) alle 'highlights' zien als ze een land of stad bezoeken. Bv alle Unesco heritage plaatsen of de beroemde gebouwen. Hoewel deze hoogepunten niet voor niets beroemd zijn, vind ik ze zelf vaak tegenvallen. Als een plek (zeg de Aya Sofia in Istanbul) gevuld is met honderden of duizenden selfies-makende mensen, is het niet mogelijk om het gevoel van de plek op te pikken. In plaats van rust en reflectie heb je dan herrie en teveel verschillende energieen op een plaats. Met als gevolg dat ik er vaak zo snel mogelijk weer weg wil. Op een paar heel bijzondere dingen na, zal ik daarom niet al teveel moeite doen om deze plekken te zien. Anderhalf uur wachten? Half jaar vantevoren een kaartje kopen? Vergeet het maar.

Een andere reden is echter dat mijn idee van 'highlights' anders is. Op onbekende plaatsen rondlopen, stad of natuur, is een en al hoogtepunten. Zoveel dingen zijn nieuw, verrassend, anders dan wat ik gewend ben. Ik heb geen reisgidsschrijver of TripAdvisor nodig om me te vertellen welke gevoelens ik op welke plaats moet gaan ervaren. Alles wat nodig is, is een beetje nieuwsgierigheid en verwondering en een paar uur kunnen lopen en staan.

Enkele uren lopen en staan is wel essentieel in Taiwan en de meeste niet-toeristische Aziatische plaatsen/landen. Een cafe en terrascultuur bestaat hier niet, zoals je die wel hebt in zowel West- als Oost-Europa. In Tirana, Albanie, struikelde je over de terrasjes, ook in de arme buitenwijken, evenals in Timisoara, Roemenie, voor het bekend werd. Zodra je dus de deur uitstapt (momenteel op de 10e verdieping van een appartementengebouw vlakbij Tower 101, tot 2007 het hoogste gebouw van de wereld), weet je dat je een paar uur onderweg bent. Met wat geluk kun je even uitrusten in de metro (niet in het weekend, merkten we gisteren) of op een bankje in een park (in het weekend ook tamelijk volbezet), maar daar houdt het een beetje mee op. Wat ik in Hsinchu constateerde in een straat met allemaal 'bubble tea' tentjes, zie ik hier ook: eten en drinken wordt afgehaald met een scootertje en elders genuttigd. Of onderweg lopend of rijdend. Als mensen lunchen bij een van de vele vele eettentjes (die er stuk voor stuk uitzien als garages), doen ze dat snel, zittend op een plastic krukje. Het zijn permanente 'pop up' restaurants, die alleen bestaan tussen 11.30-14.00 uur.

wordt vervolgd

Lucienne





Taiwan

In een van de eerdere stukken insinueerde ik dat het in Taiwan waarschijnlijk veel drukker zou zijn dan in Australie. Technisch gezien is dat ook zo, er leven hier veel meer inwoners op een vierkante meter dan in Australie, maar toch voelde het in Kaohsiung, de tweede stad van Taiwan met meer dan drie miljoen inwoners, veel rustiger aan dan in Brisbane (met hetzelfde aantal inwoners). Het is moeilijk te verklaren maar het lijkt in eerste instantie alsof de Taiwanesen zich zeer efficient verdelen over de ruimtes in de stad. Wij zitten met ons hotel in een extreem rustig gebied dacht ik eerst, maar ....we bleken midden in het centrum van Kaohsiung te zitten. Het drukste deel van de stad. Ondanks de in mijn ogen wat chaotische taferelen, zoals de scooters left, right and centre om ons heen, en het feit dat er hier vaak geen stoepen zijn en dat je dus continu overal om heen aan het cirkelen bent (vaak loop je zelfs dwars door iemand zijn werkplaats heen......ik struikelde gisteren bijna over een krik al lopende door de binnenstad.....dat gebeurt me niet vaak in Nederland :-) lijkt er in Taiwan wat meer structuur te zijn dan in andere Aziatische steden zoals in Vietnam, Birma, Thailand of Cambodia. Dat voelt toch wat eigenaardig want het klimaat en het straatbeeld komt in mijn ogen erg overeen. Let wel: Taiwan is duidelijk wat rijker dan de landen hierboven genoemd, maar het heeft absoluut ook die levendige 'buzz' zoals in Kuala Lumpur, Bangkok en Ho Chi Min City, (dat geldt zeker voor Taipei).  Toch lijkt het hier allemaal wat georganiseerder dan in andere Zuid-Oost Aziatische steden. Misschien zit die structuur hem in het feit dat de stedelingen zich hier allemaal zeer goed lijken te kunnen beheersen. Emotionele expressie ondervind ik hier niet/ nauwelijks. Qua cultuur eigenlijk precies het tegenovergestelde van de emotionele culturen rondom de Middellandse zee. Op het eerste gezicht (en in de ogen van een buitenstaander) weinig emotie dus hier met daarbij een hoge dosis aan orde. Die orde vloeit waarschijnlijk voort uit een- in Nederlandse ogen- ongebruikelijke gehoorzaamheid. Niets lijkt hier tegen de regels in te gaan. Het gedrag van bestuurders op een scooter is daarbij een duidelijke uitzondering. Alleen OP hun scooter overigens, niet als ze er eenmaal van afstappen.
Wij worden als 'toerist' compleet met rust gelaten/genegeerd. Zelfs geen hassle van straatverkopers. Ondanks het feit dat we hier een van de weinige (meestal de enige) niet-Aziatische toeristen zijn, voelt het hier daarom heel relaxed aan. Ik blijf liever zoveel mogelijk uit de aandacht namelijk. De uitdrukking "staying under the radar" heeft hier voor mij een compleet nieuwe betekenis gekregen. Ik weet zeker dat ik hier enorm opval natuurlijk, als lange en onhandige blanke, maar het lijkt erop dat men te beleefd is om de aandacht vanwege dat feit op mij te richten. Ik twijfel of dat inderdaad is uit een zekere beleefdheid? Of vanwege het feit dat emoties in deze maatschappij wat meer worden onderdrukt dan in Nederland het geval is? Of zou het zijn vanwege een complete desintresse voor de mensen om je heen? Als we mensen aanspreken in restaurants, treinstations of in hotels dan blijkt dat iedereen enorm open en vriendelijk is, en zich in alle bochten wringen om te helpen en het ons naar de zin te maken. Dat komt dus zeker helemaal niet overeen met een eventuele desinteresse.
Maar hoe dan ook, of ik er nu volledig naast zit met mijn poging tot culturele en psychologische analyse, of niet, het gedrag van de locals hier is voor mij een absolute blessing en zeker een van de redenen waarom ik hier zo graag rondreis.

Nik



Tuesday, October 02, 2018

Authentiek Hsinchu

We hebben samen al veel gereisd in Azie en we hebben dus al een dosis Aziatische reiservaring. Toch bleek ik niet helemaal voorbereid op ons verblijf hier in Hsinchu, dat zeker mijn verwachtingen heeft overtroffen. Ik had me waarschijnlijk ingesteld op de ervaringen die we hebben opgedaan in China, Japan en evt. Vietnam: chaos, warm, overdonderd zijn met onleesbare taal, verkeersdrukte, mondkapjes, toeristen, etc. Het meeste hiervan geldt ook in Hsinchu met het grote verschil dat we hier echt de enige westerse toerist lijken te zijn in deze gigantische stad. Vreemd. Daarom nagenoeg geen straatnamen of aanwijzingen die zijn omgezet naar latijns schrift. Alles in Mandarijn: menukaarten, verkeersborden, busroutekaarten, de namen van treinstations, het woord treinstation zelf, namen van hotels, het woord hotel zelf, plattegronden van de stad, etc. Kortom in deze stad varen we geheel blind op tekens, tekeningen, plaatjes, foto's, uitdrukkingen en geluiden. Meestal lukt dat prima overigens. Dit omdat de bewoners hier enorm behulpzaam zijn en soms gelukkig een klein beetje Engels kunnen spreken. In de gevallen dat de communicatie wat moeilijker (schuchter) verloopt vermoed ik dat dit is omdat de mensen hier zich een beetje schamen dat ze ons niet in het Engels te woord kunnen staan. Een enorme tegenstelling dus met die in angelsaksische landen (of landen met latijn gerelateerd schrift) waar het vaak als compleet normaal wordt gezien dat iedereen bekend is met de Engelse taal en zo niet, dan toch zeker met het latijnse schrift. Ik vermoed dat de gemiddelde Europeaan/Australier/Amerikaan dat ook verwacht van de Aziatische reizigers die zijn/ haar land bezoekt. Wij daarentegen, komen hier binnen zonder maar een woord Mandarijn te spreken (met als enige uitzondering de woorden Ni Hao). Behoorlijk arrogant eigenlijk nu ik daar wat dieper over doordenk. Waarschijnlijk stamt dit gedrag nog van een (arrogante) koloniale instelling die in de huidige tijd van verbluffende economische vooruitgang in Oost en Zuid-Oost Azie zeker niet meer gepast is, en .....nooit gepast is geweest natuurlijk.
Maar... sterker nog, het lijkt er hier op dat die arrogante houding nog wordt geaccepteerd ook. Waarom zou je je anders steeds maar weer verontschuldigen voor het feit dat je Engels zo slecht is. Dat is ons in Taiwan al zo vaak verteld door de vele toffe locals die enorm hun best doen om ons te helpen. Daarbij compleet voorbijgaand aan het feit dat 'wij' worden geacht om een beetje Mandarijn te spreken als we hier rondreizen. En ook aan het feit dat het geheel onterecht zou zijn als wij ons zouden verbazen wanneer de bewoners hier geen Engels spreken. Toch lijkt het erop alsof dat laatste hier zo wordt gevoeld. Laat ik het eens omdraaien: hoe zou ik reageren als een Taiwanees mij in Eindhoven zou aanspreken in het Chinees. Eerlijk gezegd denk ik dat ik -VOOR mijn ervaring hier in Taiwan- in lachen zou zijn uitgebarsten. Of in ieder geval toch van binnen. En ja, dat zegt iets over mij en over mijn Anglosaksisch georienteerde waarden en normen. Dat besef ik heel goed.

Hier in Taiwan ben ik toch wat overweldigd geraakt door het enthousiasme waarmee we hier worden ontvangen en steeds maar weer worden aangesproken. Door iedereen waar we maar enigszins mee te maken hebben: in hotels, treinen, restaurants, etc. En zelfs door passanten op straat die spontaan "How are you" naar ons roepen. Al kostte het me een paar keer voor ik doorhad wat ze riepen. Mijn gebrek op gebied van taalvaardigheid overigens, niet dat van hen.
Na deze ervaring hier zal ik met andere ogen kijken naar Aziatische reizigers in Nederland. Ik leg alle koloniale gedachten (als culturele erfenis van mijn voorouders) naast me neer, en zal me aan iedere Chinees in Nederland steeds maar weer verontschuldigen voor het feit dat ik geen Mandarijn spreek, en dat zelfs ondanks het feit dat ik al zo veel en zo vaak in Oost Azie heb rondgereisd.
In tussentijd blijf ik nog genieten van de ervaringen (van het op een voetstuk worden gezet) in Taiwan. Met de huidige economische ontwikkelingen voorspel ik dat het er over een jaar of twintig heel anders aan toe zal gaan, zowel in Azie als in Europa.

Nik



Tuesday, September 25, 2018

Brisbane


We zijn vandaag druk bezig om de laatste dag in Australie zo goed mogelijk te besteden en te vieren (17e trouwdag). Met het goed besteden zijn we gisteren al begonnen door de hele middag in Brisbane's botanical gardens rond te hangen. Daar veel reiservaringen opgeschreven in het reisdagboek aan een van de pick-nick tafels aan de Brisbane River. Daarna (bijna) alle tropische bomen bestudeerd die in deze tuin te vinden zijn, met boomsoorten uit de hele tropische wereld: Tahiti, Burmuda, etc. Deze is bijzonder want dit is een van de weinige botanical gardens die ik heb bezocht waar het warm genoeg is om ook de tropische soorten te laten groeien, met uitzondering van de botanical garden in Singapore.

Na het lichte en riante appartement in Coolum Beach - waar we vanaf ons balkon een prachtig uitzicht hadden over de Pacific Ocean waarin we spelende Bultrugwalvissen hebben gespot- voelt het nu een beetje opgesloten in onze hotelkamer in Brisbane CBD, met slechts een klein raam dat niet open kan. De remedie tegen deze claustrofobische gevoelens is overdags heel veel naar buiten gaan. We zitten gelukkig midden in het levendige hart van Brisbane dat naar mijn mening veel gezelliger is geworden in de afgelopen 20 jaar. Veel restaurants en cafe's, allemaal met een enorm groot 'buiten'. Deuren en ramen zijn in dit klimaat niet nodig, zelfs niet in de winter. Net als in Azie leeft iedereen hier 'buiten', dat geldt ook voor de cafe's. Alleen midden in de zomer zoek je 'binnen' de koelte op, vlak rondom de airconditioner. In de overige seizoenen worden ramen en deuren overdags weggehaald. Terrassen- met grote parasols en suncovers- zijn nu overladen met locals en sommige toeristen. De sfeer in de Brisbane winter is te vergelijken met die aan de Middellandse zee in de volle zomer. Natuurlijk is het hier veel tropischer. Met een hoge luchtvochtigheid en met groene en tropische begroeiing, zelfs midden in het centrum van Brisbane.

We beginnen hier te merken wat het met je doet als je tien weken achter elkaar continu aan het reizen bent. Voldoende rust nemen na lange reisdagen blijkt daarom essentieel voor ons. Met uitzondering van twee of drie bestemmingen, zijn we op geen enkele plaats langer dan drie nachten gebleven. Al aan het begin van onze trip werd dit nummer 'drie' heilig in onze trip. Ofwel, we proberen op iedere plek minimaal drie nachten te verblijven. Dat lukt aardig maar toch schat ik in dat we bij elkaar opgeteld zeker een maand hebben verbleven in hotels of airbnb's waar we slechts 1 nacht zijn gebleven. Sowieso tijdens een van de vele lange vliegreizen- die we vanaf morgen weer zullen continueren richtig Azie- maar ook toen we met onze huurauto grotere afstanden hebben afgelegd tijdens de rit van Adelaide naar Brisbane. Gisteren hebben we na 5 weken onze huurauto weer ingeleverd. Dat voelt nu nog wat kaal en gehandicapt, maar spoedig zullen we wel weer gewend zijn aan het reizen en het sjouwen met een rugzak.

In totaal hebben we bijna 5000 kilometer afgelegd met onze huur-Hyundai, zo'n duizend kilometer per week. Geen kilometer daarvan heb ik er tegen opgezien om te rijden. Het rijden in Australie met haar rustige wegen (buiten de stedelijke gebieden) verschilt enorm van het rijden op de file-geblokkeerde wegen in Nederland. Hier overheerst duidelijk het gevoel van vrijheid. Dat gevoel zal waarschijnlijk weer heel anders zijn in het overvolle Taiwan en China, waarnaar we morgen zullen afreizen.

Nik





Monday, September 10, 2018

Dee Why


We zijn vanmiddag aangekomen in Dee Why, gelegen aan de Northern Beaches van Sydney. Vanuit het zuiden binnenrijdend, via het vliegveld (Kingsford Smith), werd het verkeer steeds drukker naarmate we dichterbij de binnenstad van Sydney kwamen. De drukte, de smalle rijbanen met vrachtwagens naast je die hier 110 km per uur mogen rijden (en dat ook doen op plaatsen waar je maar 80 km/ uur mag rijden) en het velen zoeken op de verkeersborden, maakt het een hele klus om in anderhalf uur Sydney te doorkuisen van zuid naar noord.
Gelukkig heb ik op het laatste moment de afslag over de Harbour Bridge gespot, die zuid Sydney verbindt met het noorden. De brug, in plaats van de tunnel die een jaar of 15 geleden is gegraven onder de naturlijke haven van Sydney, vind ik veel spectaculairder, omdat deze hoog uittorent boven de stad en het Opera House.
Lucienne vond de brug wat minder, vooral omdat de rijbanen op de brug nog smaller zijn dan op de andere snelwegen in Sydney. Enigszins stressant dus wel, zeker als je er ook goed moet blijven zoeken naar de afslag Manly, maar.... toch zeer de moeite waard.

De Northern Beaches zijn sinds de eerste keer dat ik Sydney bewust heb meegemaakt, een jaar of 40 geleden, enorm veel drukker geworden. En als je er objectief naar kijkt dan kun je onmogelijk concluderen dat het een relaxed deel van Sydney is. Objectief kijken lukt mij nauwelijks, daarvoor heb ik teveel geschiedenis opgebouwd met deze stad. Lucienne lukt dat wel. En ...eerlijk gezegd moet ik er zelf ook niet aan denken om vanaf Dee Why iedere dag in de ochtendspits naar mijn werk te rijden in het centrum van Sydney. Op dat tijdstip van de dag een reis van zeker z'on anderhalf uur.
Maar....op het moment dat je in deze drukke wijk uiteindelijk je auto hebt kunnen parkeren en via een korte stroll naar het strand bent gelopen, dan voel je hier toch echt de relaxte levensstijl van Sydney. Aan de kust een schitterend uitzicht over de kliffen, een groot zandstrand, een blauwe zee met enorme golven, afgeladen vol met surfers. In de restaurants/ bars/ picknickspots aan het strand, zitten mensen die net terug zijn van hun werk, te relaxen om er de dag af te sluiten. Het is nog winter (of eigenlijk net lente) dus de zon gaat hier al om 18:00 uur onder. Veel tijd om uit te puffen na je werk is er dus nog niet, maar niemand lijkt zich er van te onthouden om toch nog even het laatste daglicht op te pikken aan het strand. Na zonsondergang is het er veel rustiger. Drinken in de strandbars blijkt voor de meeste Sydney-siders niet de eindbestemming van de dag,.... met uitzondering van de weekenden.

Het weer vandaag in Sydney is precies zoals het in mijn geheugen staat gegrift. Een zeer comfortabele 24 graden Celsius, met een lichte zeebries en een perfecte luchtvochtigheid. Canberra vind ik te droog, maar Sydney in de winter (niet in de zomer) heeft voor mij een perfecte luchtvochtigheid, waardoor het aanvoelt alsof mijn lichaamstemperatuur exact gelijk is met die van de buitenlucht. Lichaam en de lucht daaromheen, lijken 1 geheel te vormen. Dit gevoel alleen bij DE perfecte temperatuur/luchtvochtigheid. Logischerwijs zou dat dus 37 graden moeten zijn -de Sydney temperatuur in de zomer- maar bij deze waarden is het lichaam al extreem hard aan het werken om af te koelen. Niet echt relaxed en zeker niet comfortabel dus. Bij lagere temperaturen dan z'on 20 graden, is je lichaam waarschijnlijk alweer druk aan de slag om op te warmen. Ook (hard) werken dus. Bij 24 graden met de perfecte luchtvochtigheid, lijkt mijn lichaam slechts te rusten. Niets anders.

Er zijn veel meer plaatsen op de wereld natuurlijk met strand, prachtige natuur en een goed klimaat, maar in North Sydney weet je zeker (in ieder geval in de afgelopen 50 jaar) dat dit ook gepaard gaat met een luxe leven: hoge welvaart, een eerste werelds Engelstalige omgeving, makkelijke transportmogelijkheden (voornamelijk per auto),  ruime woonruimtes, een relatief hoge veiligheid, een groot gemeenschapsgevoel en veel sociale omgang. Aan het strand in Dee Why lijkt het dan ook alsof iedereen elkaar kent, onmogelijk natuurlijk want in Dee Why alleen al, wonen zeker al z'on 25.000 inwoners (veel meer al waarschijnlijk tegenwoordig).
In het gebied 'Northern beaches' met haar vele suburbs, wonen waarschijnlijk al meer dan een miljoen inwoners. Waarschijnlijk stel ik me het leven hier veel te rooskleurig voor, maar dat relaxte gevoel overkomt me hier iedere keer weer. Zonder uitzondering. En dat geldt eigenlijk voor het hele noordelijke gebied van Sydney dat gelegen is aan de kust (met de suburbs: Mossman, Manly, Collaroy, Narrabeen, Avalon, Palm Beach, etc.).
Drukte, werkstress, financiele stress en heel belangrijk... de juiste visas, achterwege latende, lijkt dit deel van de wereld dus gerant te staan voor een goed leven. Maar.... dat is ongetwijfeld geheel afhankelijk van wat je er zelf van maakt. Dat zelf iets van je van je leven maken kun je natuurlijk op heel veel andere plaatsen doen in de wereld dan in Noord Sydney alleen, maar hier in lijken ze er wel verdomde goed in te zijn :-)

Nik

Thursday, September 06, 2018

Canberra, Melbourne, Adelaide

Na een drie uur durende vlucht vanaf Perth arriveerden we 's avonds laat in Adelaide. Voorlopig wel even genoeg gevlogen in de laatste paar weken, dus vanaf Adelaide huren we een auto om er in 5 weken een paar duizend kilometer mee naar het noorden te rijden en hem in Brisbane weer af te leveren. Op die route liggen wat behoorlijke steden opgelijnd (to line up). Drie van de steden op die route hebben we inmiddels al bezocht. We zitten momenteel in Canberra, een paar duizend kilometer rijden vanaf Adelaide en ik merk dat ik door het vele reizen/ rijden weinig tijd heb genomen om 'bij te schrijven' over onze ervaringen hier. Ervaringen waarbij de gigantische natuur eigenlijk het meest is blijven hangen. Ruige kusten, hoge golven, mooie stranden, steile kliffen, gumtrees in alle soorten en maten, wijnranken, groene weides, heuvels, bossen, watervallen en gigantische (flintstone-achtige) rotsen (..oud .....heel oud).

Naast het aanschouwen van deze overweldigende natuur 'onderweg' merk ik dat ik in de steden die we bezoeken, meer oog begin te krijgen voor de (korte termijn) westerse geschiedenis van Australie, die voornamelijk afstamt van de Britten. Waar ik twintig jaar geleden nog mijn neus ophaalde voor het kleine stukje westerse geschiedenis dat hier te bekijken valt (van slechts iets meer dan 200 jaar aan westerse civilisatie) valt het me nu op dat er in Adelaide en Melbourne veel mooie koloniale gebouwen te vinden zijn. Voornamelijk in het CBD van de stad, maar ook in de oudere woonwijken, waar sierlijk gebouwde huizen staan van zeker z'on honderd jaar oud, of zelfs 150 jaar. De bouwstijl lijkt erg op de stijl die terug te vinden is in de panden van de Britse binnensteden, zoals Glasgow, Edinburgh, Leeds, Manchester, etc.  Dat geldt voor de bedrijfspanden in het CBD van Adelaide en Melbourne, maar ook voor de woonhuizen in de wijken rondom het CBD. Bij de woonwijken gaat het om een typische koloniale bouwstijl, waarbij de huizen wel vele malen groter zijn dan ik ze ooit in Groot Brittanie ben tegengekomen (met uitzondering van de oude en duurdere wijken in Londen). Het mooie in deze Australische steden is dat deze koloniale geschiedenis is gecombineerd met een grote nationale focus op recreatie. De aanwezigheid van de vele ruimte en natuur die daarbij hoort, wekt een enorm gevoel van vrijheid op. Ook IN de steden zelf- met uitzondering van het CBD van Melbourne dat qua bebouwing steeds meer op New York begint te lijken met haar honderden skyscrappers op een relatief klein oppervlak - heb je daardoor overal een heel vrij gevoel. Je hebt zeker niet het gevoel dat je je midden in een metropolis bevindt, met miljoenen inwoners. Huizen zijn over het algemeen gelijkvloers - relatief weinig hoogbouw dus - en de gemiddelde straat is enorm van omvang, zeker te vergelijken met een 6- baans snelweg in Nederland.
Om de paar kilometer, in iedere aparte suburb, vind je sportterreinnen met velden om rugby league op te spelen, maar ook AFL, rugby union, en natuurlijk (sinds een jaar of 20 geleden) ook voetbal. De velden bestemt voor deze verschillende sporten, liggen allemaal naast elkaar, en dus heeft z'on megasportcomplex al snel een totale omvang van z'on 10 voetbalvelden. Melbourne alleen al heeft honderden van dit soort sporttereinen. Adelaide waarschijnlijk tussen de 30 en 40. En deze enorme oppervlaktes aan vrije ruimte bestaan nog naast alle andere sporten die hier fanatiek worden bedreven, en die ook allemaal weer hun eigen sportterrein hebben. Waarbij Cricket en Golf, twee van de meest populaire sporten in Australie, de meeste 'extra ruimte' innemen, naast het rugby, AFL en voetbal. Naar Nederlandse begrippen zijn de steden hier dus meer sportveld dan en werk- (en leef) veld. Steden zijn geheel gebouwd dus eigenlijk volgens de sterke Aussie sportmentaliteit.

In iedere Australische stad ditzelfde tafereel. En ....om het allemaal NOG ruimtelijker te maken, tel daarbovenop nog de vele door de overheid gecreeerde BBQ plaatsen die overal (vrij) beschikbaar zijn in de stads- en natuurparken. BBQ-en met vrienden en familie is DE nummer 1 tijdsbesteding van de gemiddelde Australier op een zondagmiddag, en is.....hier bijna altijd mogelijk door de vele zonuren, ook tijdens de winter met daarbij vaak een strakke felblauwe lucht. Ook deze aanwezige zon, en daarbij een een felblauwe open sky, draagt weer verder bij aan dat oneindige gevoel van vrijheid.

Iedere stad (en dorp) in Australie heeft ongeveer dezelfde opzet. Volgens Europese ogen zijn de steden daarom misschien wat saai en weinig uniek (of 1 pot nat) hier in Australie. Wat zijn dan de verschillen tussen de drie bezochte steden; Melbourne, Adelaide en Canberra?

Canberra is heel makkelijk te onderscheiden van de andere twee. Dit is het politieke hart van Australie waar de regering is gezeteld, en alle daarbij behorende ministeries. Dat zorgt voor een nogal onnatuurlijke balans van aantallen ambtenaren in deze stad. Ofwel, bijna de gehele werkende bevolking lijkt er uit ambtenaren en academici te bestaan. De stad heeft daardoor een eigen spreektaal, voor een leek onbegrijpelijk door de vele afkortingen van overheidsprogramma's en instellingen. Helaas gaan zeker 90% van de sociale gesprekken gevoerd in deze stad over politieke of overheidsgerelateerde onderwerpen.
Het aantrekkekijke deel van deze stad is de inrichting van Canberra, geheel vooraf gepland (rond het begin van de 20e eeuw). Hierdoor is er een perfecte balans tussen leef- en werkgebied. Veel groen in de vorm van de vele bomen, stadsparken en natuurgebieden. Meer nog dan in de andere Australische steden die zich toch iets spontaner hebben ontwikkeld en uiteindelijk langzamerhand zijn uitgegroeid tot wereldsteden. In vergelijking met Canberra hebben Melbourne en Adelaide beduidend minder stadsplanning gekend.

Adelaide, iets drukker dan Canberra wat het totale aantal inwoners betreft, heeft toch nog steeds de rust van een echte relaxte plattelandstad. Het heeft veel mooie en rustige suburbs, met als uitschieter (in levendigheid en gezelligheid) het strand suburb: Glenelg. De stad Adelaide is geheel gericht op mooi en ruim wonen, en het heeft daarnaast een mooi en levendig centrum.

Melbourne heeft de meest stadse en internationale uitstraling van de drie, met haar drukbezochte en hippe restaurants en bars aan de rivier de Yarra, die midden door het centrum loopt, of eigenlijk, aan de oevers waarvan Melbourne oorspronkelijk is ontstaan en opgebouwd. Het heeft beduidend meer levendige suburbs (woongebieden) dan Adelaide en Canberra, en het heeft een schitterende en gigantische botanische tuin- pal naast het CBD- dat is aangelegd op een heuvel. Voor mij absoluut een van de highlights van deze stad, naast de vele internationale sportevents die hier jaarlijks plaatsvinden, zoals de Melbourne Open (tennis), de Formule 1 Grand Prix, en niet te vergeten, met het grootste stadion van Australie, door haar capaciteit van meer dan 100.000 bezoekers; de MCG (Melbourne Cricket Ground).
Vanaf morgen reizen we weer door naar Sydney en daarna Brisbane. Beide wat uniekere Australische steden, de een door haar natuurlijke haven, de ander door haar tropische klimaat.

Nik


Thursday, August 16, 2018

Walpole


Het kostte ons 5 uur om vanaf Perth naar Walpole te rijden. Walpole ligt aan de Zuid-westkust van Australie, op 450 kilometer afstand van Perth. Het eerste deel vanaf Perth nog gewoon een 4 baans snelweg maar al snel gaat de weg over in een tweebaansweg. De weg wordt daarna steeds smaller en de laatste 150 kilometer reden we onafgebroken door aaneengesloten National Park, met een oppervlakte van heel Nederland. En het mooie is, er zijn hier (in de staat Western Australia) meerdere Nationale Parken van dat formaat. Maar.... ik schat in dat de staat Western Australia (WA) dan ook z'on 70 keer groter is dan Nederland. Naast WA telt Australie nog 6 andere Staten en Territories, dat geeft een goed beeld van hoe groot dit land is.
In de laatste 150 kilometer van onze reis, dwars door het nationale park waarbij de enige weg die er doorheen loopt een formaat ''landweggetje'' heeft, zijn er geen stadjes of dorpjes. Tanken en shopping hadden we dus gedaan in het laatste stadje voordat je het nationale park inrijdt, Manjimup. Onderweg, 150 kilometer lang, zijn we hooguit twee of drie tegenliggers tegengekomen. Op weg naar een zeer afgelegen plek dus dat Walpole. We hebben in Walpole een hutje gehuurd in de heuvels. Midden tussen de gigantische Eucalyptusbomen van honderden jaren oud. Inmiddels hebben we geleerd dat de Karri-Eucalyptus en de Red Tinglewoodbomen, die alleen in deze regio groeien, tot 400 jaar oud kunnen zijn. Het zijn vaak enorme bomen, meerdere meters in omtrek en tot wel 70 meter hoog. Terug in de oertijd, zo voelt het hier. Om onze hut lopen continu kangaroes, en verder tientallen vogelsoorten. Veel verschillende vogelgeluiden om ons heen, 24 uur per dag. Waarbij de magpies en de kookaburras, met hun harde gelach, het meest indrukwekkend. De stilte is hier oorverdovend, zeker na net een maand in hectisch Afrika te hebben doorgebracht. De tegenstelling is enorm. Van chaos naar orde en complete rust.
Van de vier dagen dagen dat we in deze cabin zitten, hadden we de eerste twee dagen helder blauwe lucht met veel zon. Puur geluk volgens de locals hier want de Zuid-westkust van Australie schijnt een micro-klimaat te hebben waar extreem veel regen valt (voor Australische begrippen, niet voor Nederlandse..) De regen valt voornamelijk in de winter, nu dus :-) De felgroene weides die we hier zien en de 70 meter hoge bomen ( die een meter water per jaar nodig hebben om te overleven) hadden een voorbode van moeten zijn m.b.t. het klimaat hier.
Lokale voorspellingen zijn uitgekomen want de laatste twee dagen heeft het hier erg veel geregend. We hebben gisteren gemerkt dat als de zon niet schijnt aan het begin van de dag, we niet alleen s avonds maar ook s'ochtends de kachel moeten aanmaken om goed op te warmen. Gisterochtend hebben we dat niet gedaan en om 11:00 uur zijn we compleet verkleumt van de kou in de auto gestapt met de verwarming vol aan. Pas na een half uur rijden waren we weer een beetje opgewarmd. Toen we vanmorgen wakker werden en we weer geen zon zagen, hebben we daarom meteen de kachel aangestoken. Daardoor is het nu warm genoeg om in de cabin dit verhaal rustig op te schrijven. We hoeven vandaag gelukkig niet de auto in te vluchten van de kou.

Op dit terrein staan in totaal vier cabins. Een van die cabins is af en toe bewoond door 'tradies', die al heel vroeg s ochtends naar hun werk gaan. Wij zitten hier daarom zowel s ochtends als 's avonds in complete rust en stilte. Geen enkel geluid van de bewoonde wereld. Een aparte ervaring die je in Nederland niet kunt meemaken. Misschien soms op de waddeneilanden stel ik me voor, maar dat heb ik daar zelf nog nooit mogen ervaren. Niets in vergelijking met wat we hier nu ervaren, met alleen het geruis van de Eucalyptusbomen. Daarnaast ook geen telefoonverbinding hier, geen internet, amper televisie-ontvangst (via antenne) dus zeer disconnected van de wereld waar ik normaalgesproken in leef. Ik heb gemerkt dat ik erg moest wennen aan die complete rust. Dat vergde de eerste paar dagen nogal wat aanpassingsvermogen. Ofwel de eerste dagen was ik nog naarstig op zoek naar dingen om te doen, maar.... ik merk dat ik al redelijk snel gewend ben geraakt (dag 3) aan deze nieuwe omgeving. Wel een mooie ervaring eigenlijk. Maar zeer af en toe mogelijk om mee te maken in je leven. Of in ieder geval in MIJN leven.

Nik

Friday, August 10, 2018

Australian beaches


We zijn inmiddels alweer een dag of vier in Australie. In Perth, West Australie. Ongeveer de meest relaxte stad van Australie in de rustigste Australische staat als het gaat om het aantal inwoners per vierkante meter. Het is hier in deze stad heerlijk rustig. Bijna niet voor te stellen voor een stad van 2 miljoen inwoners. Sydney, Melbourne en Brisbane, ook miljoenensteden, voelen voor mij aan als echte drukke wereldsteden: overal mensen om je heen, veel hoogbouw, cosmopolitan/ multi-cultureel, vervuiling, slumps, drugs, files, relatief kleine woonruimtes, criminaliteit, etc. Perth zal ongetwijfeld de nadelen van de grote stad ook kennen, maar ik voel me hier zeer relaxed. Alles is perfect georganiseerd, niet volledig volgebouwd, geen overdruk verkeer, een relatief een hoge welvaart en dus luxe, in vergelijking met de landen die we net hebben bezocht in Afrika) en vooral veel vriendelijke mensen (zonder uitzondering) en ....veel natuur. Mooie natuur.

Op dit moment zitten we in de suburb Scarborough in een hotel pal aan het strand. Zoals overal in Australie is het strand (of de ontelbare standen) mindblowing. Wij kijken vanuit ons hotel uit over extreem uitgestrekte stukken wit strand (tientallen kilometers) grenzend aan helder blauw en turqoise zeewater. Eventuele vervuiling lijkt hier een absolute non issue.

Na een paar dagen stormachtigweer is het vandaag strakblauw en dat houdt in een relatief felle zon (en dat terwijl het midden in de winter is). Honderden mensen wandelen in hun T-shirtje langs het strand. Temperatuur, een relaxte 22 graden. Voor mij komt hierdoor het 'Australie'-gevoel nu steeds sterker naar boven. Al zal het voor het ultieme Aussie-gevoel toch nog wel een graadje of tien warmer moeten gaan worden, maar dat zal in de periode dat we hier zijn zeker nog gaan gebeuren.

De inwoners van Perth lijken zich allemaal volledig bewust te zijn van deze 'blessed livestyle' met haar oneindige stranden, de veel mooie flora en fauna, de vele zon gecombineerd met een hoge welvaart. Er lijkt niemand te zijn die van deze combinatie niet voor de volle honderd procent geniet. Een beetje onwennig nog voor ons bij aankomst op het vliegveld (na een lange nachtvlucht) maar stukje bij beetje (elke dag weer steeds iets meer) passen ook wij onze levenstijl hier weer wat meer op aan: vriendelijkheid, meer tijd voor een praatje, relaxter en minder zorgen. De volle zee, de golven, het strand, de felblauwe lucht, het heldere licht en de overvloed aan ruimte, lijkt een natuurlijke transquilizer. Of... ligt dat gewoon aan dat lekkere Australische bier :-)

Nik


Friday, August 03, 2018

Een terugblik op Namibia (deel 1)


Veel mensen werken zich te pletter voor de vakantie, vertrekken zodra de vakantie begint, gaan zo snel mogelijk naar de plek van bestemming, om daar dan eindelijk 'te relaxen'. Dat relaxen is dan onwijs moeilijk, omdat je van overdrive in een keer pats boem stil staat. De veroorzaker van hartaanvallen, als alle adrenaline zomaar wegvalt. Dat laatste zal overigens niet zo heel vaak voorkomen, maar dat mensen compleet flippen op reis wel. Ze kunnen al dat verplichte niksen niet aan en er is geen Netflix om ze toch een beetje bezig te houden. Ons gebruik is daarom, of we nu enkele dagen of enkele maanden weg gaan, om nergens mee te haasten. We hadden echter wel een hectische tijd op ons werk voor de vakantie, dus direct stilvallen leek ons wat snel. Onze eerste bestemming Namibie was dan ook iets meer gepland dan we normaal gesproken doen. Dat het zomervakantie is in Europa speelde verder mee, omdat Namibie een popi bestemming is en Nik al in januari (!) dingen moest vastleggen. Zo lang van tevoren staat mijn hoofd nog niet naar de vakantie en kan ik absoluut niet bedenken waar ik 6 maanden later wil zijn. Met georganiseerde groepsreizen als leidraad om te zien waar het leuk of interessant was, had Nik een vol programma gemaakt, waarbij we bijna elke dag ergens anders waren. Vandaar dat erover schrijven er nog niet echt van gekomen was.

Ik had een beetje opgezien tegen elke dag een paar uur rijden, maar Nik had gelijk: het rijden was eigenlijk het hoogtepunt. Nik vond het al leuk om met een grote Toyota Hilux 4W over gravel en dirt roads te crossen. Dat vond ik vaak ook wel geinig, al weet ik nu wel zeker dat we nooit Dakar gaan rijden. Daar rijden ze met 200 km/uur over de wegen waar hier 60 km/uur het maximum is. En dat lukt alleen met een goede 4W drive, met een hoge clearance en goede banden. In elk geval de goede auto gehuurd, van een paar Britten hoorden we dat ze met hun gewone personenauto bijna elke dag wel een lekke band hadden gehad. Hebben wij geen last van gehad. Daardoor konden we, en ik vooral als bijrijder, optimaal genieten van het schitterende, extreme, voortdurend afwisselende landschap. Een van de mooie dingen van Namibie zijn de eindeloze vergezichten, het grote niks (ben ik dol op), en de continu veranderende kleuren. Er is gele, rode, witte, zwarte en grijze grond. Er zijn rotsen, duinen, duinen die eruit zien als rotsen, heel veel zand. We zijn door een flink stuk van de Kalahari getuft, wat net zo spannend en exotisch is als het klinkt. Het klinkt naar jongensboeken zoals de Bob Evers-serie, en ik had nooit gedacht dat ik 'later' zelf op zulke plaatsen zou komen. But there you go.

Vooral de stukken met gele en rode grond deden ons erg aan Australia denken, al was de vegetatie anders. De indruk was toch hetzelfde, mede door de droogte en de stekelige struikjes. Het had zo Alice Springs kunnen zijn, of de ACT in de zomer. Het was in elk geval heel anders dan ik me herinner van Zimbabwe, 20 jaar geleden. Daar waren we wel in de lente, dat kan schelen omdat de jacaranda's net in bloei stonden en de baobabs blaadjes kregen. Namibie was voornamelijk dor en droog, behalve op de Spreetshoogte pas, waar op 1500 meter hoog de wereld ineens weer begroeid is met boompjes en struiken.  Overal zie je de gigantische commune-nesten van de 'sociable weaver', sommige zijn zelfs op elektriciteitspalen gebouwd. Qua verhouding tot de vogel komt het overeen met ons en een kathedraal. Hoe doen die beestjes dat?

Lucienne




Thursday, August 02, 2018

Mauritius (deel 2)


We zitten inmiddels alweer bijna een week op Mauritius. Toen we hier net aankwamen zag het er in mijn ogen redelijk westers uit (shopping-malls, internationale winkelketens, etc.) maar inmiddels hebben we hier de 'local experience' volledig ervaren. Het deel van het eiland waar wij zitten, het zuid-westen, blijkt juist nog redelijk onaangetast door westerse invloeden en toerisme. Het lokale leven overheerst het toerisme met een ratio van 90% tegen 10%. En dan nog zit die 10% achter slot en grendel, ofwel, veilig opgeborgen in een luxe resort met een All-inn package deal. Niet nodig dus om maar 1 stap buiten het resort te zetten. Twee dagen geleden zijn we met de lokale bus naar het plaatsje Bel Ombre gereisd en hebben daar de meest luxe resorts - en haar bezoekers - mogen aanschouwen, beide gelegen aan en op de meest prachtige beaches van dit eiland. Wij (niet-Mauritians) bleken ons echter beter thuis te voelen al tourende in de lokale bussen door de tropische delen met dichtbegroeide groene bossen (jungle), mangrove, suikerrietvelden, begroeide zwarte lavasteen rotsen, chaotische dorpjes, luxe huizen en golfplaten hutjes, kampvuurtjes (veel vuurtjes!!), loslopende huisdieren, kapotte wegen, grillige bergen, oude vulkanen en natuurlijk overal om ons heen de witte stranden en de felblauwe en turquoise- groene zee.  IN de bussen zelf was het niet altijd even relaxed overigens, want op sommige uren van de dag zitten deze prop prop en propvol. Veilig naast elkaar zitten zit er dan helaas niet in. En, na vier dagen rondgetoerd te hebben in verschillende soorten bussen, hebben we welgeteld slechts twee verdwaalde toeristen in de lokale bussen gezien. Waarschijnlijk dronken Engelsen, of in ieder geval zagen ze er zo uit. Wij ook waarschijnlijk aan hetbeinde van een reisdag, maar dat terzijde. Wij waren, al zittende in deze bussen, dus absoluut een bezienswaardigheid. Ook voor toeristen overigens, als onze bus hen met maniakale vaart passeerde. Geen bezienswaardigheid dus op het eiland, maar wel IN de lokale bussen. Mauritiers zijn gelukkig erg vriendelijk en dus in tijden dat de bus niet geheel 'opvouw'vol zat, heb ik me absoluut relaxed gevoeld. Een geweldige (culturele) ervaring. Steeds maar weer intdekkende nieuwe gewoontes. De meeste locals zijn zeer bereid om je te helpen. En gelukkig spreken we aardig Frans, want anders zouden we het hier soms toch wel wat moeilijker hebben gehad. Ofwel, kom je op je geplande bestemming aan? Of, nog belangrijker, kom je nog wel terug op de plaats waar je gestart bent? Iedere dag weer gelukt gelukkig. Lucienne heeft hier een groot aandeel in gehad om dat vooral zij, dapper, op iedere Mauritian afstapt om de nodige info te verwerven. Bij mij begon dat vandaag pas wat te komen , na 4 dagen local island-ervaring. Ik merk dat ik me hier nu erg goed thuis begin te voelen en, ondanks de "in mijn ogen" chaos en armoede om me heen, merk ik op dat de bewoners van dit eiland met recht de LUCKY people genoemd mogen worden, naar de slogan van dit Paradise eiland. En dat om de redenen die ik hierboven al heb genoemd, met als aanvulling het heerlijke weer (in de winter) en de veelvuldige en intensieve sociale omgang op dit eiland. Iedere dag om 15:00 uur stipt zitten de stranden helemaal vol met grote pick-nickende groepen Mauritians van alle soorten: Moslims, Christians en Hindoes. Vaak met een Indisch uiterlijk, maar meestal Afrikaans. Blanken komen we in de local areas maar zelden tegen, maar in het geval dat, dan zijn het vaak verwaalde oudere Hippie-Europeanen (vaak Frans) die hier al jaren wonen, en voor wie het relaxte eilandleven al volledig eigen is geworden. Ik vraag me af hoeveel tijd het mij nog zou kosten voordat dat bij mij het geval zou zijn? Verassend snel schat ik in.

Nik

Sunday, July 29, 2018

Het wilde westen van Mauritius (deel 1)


Gisteravond zijn we geland op Mauritius na een relaxte vlucht vanaf Johannesburg. Alles is relaxed geweest op die luchthaven in Zuid-Afrika. De mensen zijn er vriendelijk en vrolijk. De security en paspoort check zijn in Johannesburg zo gepiept, en we vlogen met het nieuwste toestel van Air Mauritius, voorzien van alle nieuwste electronica en van volop ruimte!!

Bij aankomst op Mauritius -om kwart over 7 'savonds - bleek het Chinese staatshoofd Xi, net te zijn geland. Iedereen hier in rep en roer met als gevolg dat wij (150 passagiers) na de landing nog een extra uurtje in ons vliegtuig werden opgesloten, uit veiligheidsoverwegingen werd ons gemeld. Toen we eindelijk werden bevrijd, zijn we rechtstreeks in een nieuwe wachtrij beland en hebben daar gezellig nog een uurtje gewacht voor de paspoortcontrole. Island tempo, zodat we sowieso weer ruimschoots hebben kunnen voldoen aan de gebruikelijke wachtuurtjes die je maakt op iedere reisdag.

Answar, de eigenaar van het appartement dat we hier huren, bleek na al die vertraging, gelukkig nog op ons te staan wachten in de aankomsthal. Heel goed dat ik dit keer vantevoren al een prijs (voor de taxi-rit) had afgesproken. Ongetwijfeld een hogere prijs dan de lokale, maar........hij stond nog op ons te wachten gelukkig. En misschien juist wel om die reden.

Mijn eerste indrukken van Mauritius waren die van ontwikkeling. Veel auto's. Grote auto's. Grote wegen, zelfs een stukje snelweg. Grote shoppingscentres met de grote en wereldwijd bekende Amerikaanse ketens. Wat me ook opviel was hoe alle auto's hier enorm hard rondscheuren. Het lijkt hier overal op een racebaan. De wegen zijn niet goed berekend op dit gedrag- dat ik niet echt had verwacht op een zeer relaxed tropic island- dus het heeft veel weg van het 'wilde' westen.
Aan de andere kant (van de scheurende opgepimpte auto met dronken jongeren erin) heeft Mauritius in mijn ogen een ongekende natuurschoonheid van groen-blauwe zee, tropische bomen en bloemen en mooie groene bossen op dichtbegroeide bergruggen.
Daarbij een mix van culturen, met (op het eerste gezicht) de Franse en de Britse, de Indiase en de Pacific Islander cultuur met een duidelijk Afrikaanse tint. De meeste gesproken taal is het Frans-Creools, de geschreven taal is Frans en Engels en de officiele taal is Engels. De meeste mensen die je ontmoet zijn van Afrikaanse en Indiase origine, en de Islander cultuur die we tot nu toe hebben getroffen (we zijn hier pas een dag) is die van dronken rondscheurende locals. Maar....ongetwijfeld zullen we hier ook nog veel meer positieve aspecten van de local island cultuur gaan aantreffen. The pace of life bijvoorbeeld. To be continued.

Answar meldde ons dat de Moslims, Hindoes en Christenen vredig samenleven op dit eiland. Dat is sowieso al een zeer positief punt. Toen de eerste Europeanen (de Nederlanders) hier aankwamen in de 16e eeuw was Mauritius nog niet bewoond door mensen.
Ook het weer hier is zeer positief. De tropen in de winter: zacht, veel zon en zo'n 25 graden Celsius, zowel in de dag als gedurende de nacht.

Een mooi uitzicht vanaf ons appartement uitkijkend op een rustige zee met in de verte een rif en tussen strand en 'outer' rif, veel local vissers. Naast ons vooralsnog zeer drukke buren. Local Mauritians gelukkig, en niet de verwachte toeristen. Nu hopelijk veel uitusten in de aankomende week. Nog herstellende van een zware voedselvergiftiging in de laatste nacht in Namibie, en de 10 opeenvolgende en zeer drukke reisdagen.

Nik

Wednesday, July 18, 2018

First impression of Namibia (foto)


Over leven (vlucht vanaf FRA)


Gisteravond zijn we in Frankfurt op een overvolle vakantievlucht gestapt, naar Namibie. Nokkie vol met opgewonden Duitsers. Terecht want de bestemming van de vlucht is subliem. Pracht natuur, rust, veel zon en vriendelijke mensen in Windhoek, de hoofdstad van Namibie. Het was alweer een tijdje geleden dat we een lange vlucht (11 uur) hadden gepakt. De ongemakken van dergelijke vluchten waren bij mij daardoor alweer wat op de achtergrond geraakt. De vlucht vertrok om 20:10 uur dus dat betekent automatisch een nachtvlucht, of eigenlijk ‘een nachtje slaap overslaan’. Daar stelde ik me dan ook op in. Iedere minuut dat je slaapt of doezelt is mooi meegenomen. Waar ik me niet goed op had ingesteld was dat het een ‘Duitse vakantie-’ vlucht was. Logisch, want midden in de zomervakantie. Drukker kun je het niet krijgen en luider ook niet. Nederlandse vakantievluchten zijn vast geen steek beter, maar bij deze vlucht werd enorm veel gebrald, gedronken (gratis bier en rode wijn) en geprutst aan je stoel. Want, zo bleek, de tv-schermen werkte niet op deze vlucht (waarvoor tijdens de vlucht zeker 100 maal excuses van de vriendelijke stewardes van Air Namibia) en het koste onze dronken achterbuurman zeker 2 uur- na start van de vlucht -om uit te vinden dat het dan dus ook niet hielp om achterelkaar op allerlei knopjes aan de achterkant van onze stoel te rammen (uit frustratie). Lucienne was heldhaftig- na lang geduld gehad te hebben- en sprak onze brallende achterbuurman vriendelijk (maar streng) aan. Ikzelf heb slechte ervaringen met dronken Duitse passagiers na een bijna vechtpartij in de wc op een vlucht van Fiji naar Hawai, precies 20 jaar geleden. was blij dus met deze veel effectievere aanpak. Het drinken ging wel gewoon door, net als het praten, hard praten en bijna schreeuwen (precies in die volgorde). Helaas, zelfs na twaalven waarna automatisch het cabine-licht wordt gedempt in de hoop dat de meeste passagiers rustig zullen gaan liggen rusten. Al dan niet als direct gevolg van de hoeveelheid alcohol die inmiddels is achterovergeslagen. Kortom, geen slaap, dat had ik al snel in de gaten. Zelfs geen enkele minuut. No worries, daar kun je je gewoon op instellen heb ik gemerkt. Na een paar halfslachtige pogingen om wat te slapen gooi ik het tussen mijn rug en nek opgefrommelde kussentje van mijn schouders, gooi het op een vakantievlucht overbodig beschikbaargestelde slaapdekentje van me af en ga (in het begin nog wat chagarijnig) uit het raampje staren naar het pikdonkere Afrika. Dat bleek eigenlijk het beste deel van de vlucht en zou dat zou ik voor geen goud gemist willen hebben. De start hiervan was toen we vanaf de Middellandse Zee (Mittelmeer) Algerije binnenvlogen. Het was inmiddels al donker maar in de verte (ik zat aan de westkant) kon ik nog net een mooie sunset meepikken. Daarna (wat is Algerije groot!!) Niger, stukje Nigeria? en Centraal Afrika. Aan de route zie dat ik inmiddels al aardig wat uurtjes gefascineerd uit het raam heb zutten turen. Gefascineerd omdat het aantal lichtjes dat ik zag geleidelijk steeds verder afnam. Het is dan mooi om te fantaseren wie en wat er leeft in dat grote zwarte gat daaronder met nog maar heel af en toe een lichtje. Natuurlijk schiet de armoede door mijn hoofd die zich op 10 kilometer onder me afspeelt op dat moment. Deze gedachten met dank aan de vele aandacht die er de laatste jaren in Europa is besteed aan het zogenoemde migratie-‘probleem’ aan te kaarten. Maar ook probeer ik me in te denken onder welke klimatologsiche omstandigheden men hier beneden leeft. Zeker warmer dan de onaangenaam warm aanvoelende temperatuur in het vliegtuig op dit moment. Zal zijn vanwege de opgewondenheid van de aanwezige passagiers. Maar natuurlijk ook, onder welke geologische omstandigheden leeft men daar beneden. Natuurlijk we vliegen een groot deel van de omschreven route over de Sahara, maar langzamerhand verandert dit in een tropisch regenwoud. Vandaar waarschijnlijk het afnemende aantal lichtjes. Wonen er meer mensen in de woestijn dan in de jungle? Anyway, beelden van bosjesmannen en grote kookpotten schieten door mijn hoofd. Ik verkeer blijkbaar na enkele uren toch al half tussen dromenwereld en de echte wereld. Heb ik dan toch al wat gedommeld? Half 4 inmiddels, het blijkt eigenlijk al muisstilte te zijn in het vliegtuig. De alcohol heeft hier een positieve uitwerking gehad op de meeste passagiers blijkt (inclusief mezelf?). Om 5 uur gaat het licht aan, ontbijt wordt geserveerd. Iedereen wordt wakker, inclusief ikzelf. Met als voordeel dat ik vanaf Angola de vlucht (en mijn fantasie van haar bewoners) weer met mijn volle aandacht (en verstand) meemaak. Dan wordt de daling ingezet, Namibie, eindelijk. Ik hoef niet meer te dromen van bovenaf, over een paar minuten kan ik de bewoners van dit land met eigen ogen gaan aanschouwen.

Nik

Thursday, July 12, 2018

Starting new journeys

Today is graduation day for our bachelor students. We will celebrate their achievements with their parents, grandparents, and friends. They have crossed the finish line, that seemed so far away four years ago. But of course this finish line does not mean the end of their story. It signifies the beginning of their life as a communication professional, ready to take on new challenges.


For us this day also marks the beginning of a new journey, our sabbatical. Everything has been taken care of at home, all that is left to do now is pack. Which usually comes down to piling stuff onto the bed, taking away half again, then stuffing the rest in our true and tested back packs. 20 years ago we made our first 'round the world trip' with these then brand new packs, starting in Zimbabwe. I immediately fell in love with the blossoming jacarandas there. This time our first stop is Namibia: can't wait to renew the experience of seeing wild life, smelling the African bush, seeing baobabs, and enjoying the sounds of crickets and cicadas. We'll keep you posted!